Uitdaging

‘Wat doen we met de verjaardag van Daan?’ Het is de jaarlijks terugkerende vraag die Paul en ik elkaar stellen. Onze blik gaat eerst naar de kalender om te zien op welke dag het valt. Dit jaar op een woensdag. Mooi! Dan is Gijs ’s middags vrij en kunnen we met zijn drietjes naar Daan om als gezin een klein feestje te vieren. Daar zijn we snel uit. We gaan naar een pannenkoekenrestaurant met onze puberpeuter want daar doen we hem een groot plezier mee, dat weten we zeker. En Gijs ook nog, al is hij bijna negen. Hoe we dat op termijn gaan fixen zien we dan wel weer, maar hobbel één is genomen.

 

Hobbel twee
Hobbel twee is het cadeautje van ons. Ik kan er stoer over doen, maar dat blijft toch elk jaar een pijnpunt voor mij. Met zijn ernstige verstandelijke beperking valt Daan chronisch in de categorie baby en peuterspeelgoed. En hij wordt zestien… Dit is één van die momenten waarop ik diep ademhaal om mijn verdriet dat bovenkomt snel terug te duwen naar de plek waar het altijd sluimert. Baby en peuterspeelgoed. Ten eerste heeft Daan alles al en ten tweede is dat speelgoed niet gemaakt voor krachtige puberhanden. Het gaat gewoon stuk. Meer van hetzelfde geven is ook niet leuk. Maar wat dan? Iets wat bij zijn leeftijd past voelt beter en dan kom ik uit op muziek. Daan houdt van muziek, net als zijn ouders. We hebben hem dat niet bewust geleerd, maar hij heeft onze genen. Dat zal het zijn. Daan is een trouwe fan van 3FM en houdt van hiphop en house. Maar óók van het stevige gitaarwerk, bijvoorbeeld van Queen. Ik denk even terug aan de tijd dat Daan bij ons thuis woonde. Dan ging onze radio altijd op vol volume bij dat soort nummers. Ik google wat en vind op bol.com een verzamel cd met rock hits uit de jaren 70 en 80. Dát is nog eens een mooie combinatie van Pauls jeugdmuziek en de mijne! Ik bestel hem gelijk. Oké. Dat was hobbel twee.

 

Hobbel drie
Hobbel drie is de ingewikkeldste en daar doen we iets langer over. Daans verjaardagsfeest. Dit wordt zijn derde verjaardag sinds hij niet meer thuis woont. Voorheen vierden we dat altijd op een zondag bij ons thuis. Dat betekende ’s ochtends vroeg twee uur in de auto om hem op te halen en ’s middags twee uur terug om Daans ritme op de Zorgboerderij niet te onderbreken. We denken erover na. “Voor wie doen we dat nou eigenlijk, dat heen en weer racen” vraag ik aan Paul. “Voor Daan is De Korenschoof zijn thuis. Voor hem is het ’t fijnste als hij thuis kan blijven, dus waarom zouden we het hier vieren?” De conclusie lijkt eenvoudig; we vieren Daans verjaardag dus op de Zorgboerderij. Dat is voor hem het beste. Punt. Maar zo eenvoudig voelt dat voor ons zeker niet. Met onze beslissing gaan we een uitdaging aan. Zo voelt dat. Wij managen namelijk Daans contacten omdat hij dat zelf niet kan. Alles gaat via ons. Wij moeten ervoor zorgen dat afgezien van ons drietjes nog meer mensen naar hem omkijken want dat is verre van vanzelfsprekend. En dan verwoordt Paul precies de pijn die ik voel in mijn buik: “Veel mensen zijn er nog nooit geweest. Gaan ze de moeite nemen om voor onze Daan naar Twente te rijden?” …………. Ik weet het ook niet. “En toch moeten we doen wat goed is voor Daan” zeg ik. En haal nog eens diep adem. “Laten we de confrontatie maar aangaan, als mensen de moeite niet willen nemen weten we gelijk waar we aan toe zijn.” En zo gaan we het doen. We overleggen met de Zorgboerderij of we ergens terecht kunnen met ons feestje. Dat kan, maar het moet wel op een zondag. Anders is het te druk op het erf met dagbesteding en logees. Ik kies de enige mogelijkheid tussen Daans verjaardag en die van Gijs en maak een mooie uitnodiging met deze tekst:

 

Mijn rust, mijn dag, mijn geluk vind ik THUIS.
Daar waar ik gelukkig ben.
THUIS op De Korenschoof.
Op 11 april word ik zestien jaar. Dat vier ik bij mij thuis op De Korenschoof.
Ik vind het heel fijn als je komt, ook al is het een eindje rijden.

 

Zondag vieren we dus Daans verjaardagsfeest. De meeste mensen komen gelukkig. We hebben Daan verteld dat we feest gaan vieren. En elke keer als we hem spreken zegt hij: “en wie komt allemaal?” En steeds opnieuw noemen we alle namen en straalt hij van blijdschap. Dit is het beste voor Daan, dat weten we zeker. Daans geluk is onze uitdaging. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd blijven.